The territorial spending criterion of the existing Communication allows Member States to impose that up to 80% of the entire production budget of a subsidised film or TV production is spent on goods and services provided by businesses based in the Member State offering the aid, notwithstanding the much more limited percentage of such budget being subsided.
Volgens de regels inzake territoriale besteding van de bestaande mededeling kunnen lidstaten eisen dat tot 80% van het volledige productiebudget van een gesubsidieerde film- of televisieproductie wordt besteed aan goederen en diensten die worden geleverd door bedrijven uit de lidstaat die de steun verleent, ook al ligt het aandeel van de subsidies in dat budget veel lager.