8. A valuer assessing that no realistic prospect for the disposal of an asset or business can reasonably be expected, shall not be required to determine the disposal value, but shall estimate the related cash flows on the basis of the relevant prospects for continuation or run-off.
8. Een taxateur die van oordeel is dat er voor de vervreemding van een actief of onderneming geen realistische vooruitzichten zijn, hoeft de vervreemdingswaarde niet vast te stellen, maar raamt de bijbehorende kasstromen op basis van de relevante vooruitzichten voor voortzetting of inkrimping.