Points out that male-dominated sectors, such as construction and manufacturing, were the first to be hit by the crisis but that the crisis has since spread to more gender-mixed sectors, thus leading to greater female unemployment; stresses that pay has declined most in female-dominated service sectors and in sectors funded by State budgets where most employees are women, and, consequently, women receive smaller pensions, which results in a higher level of poverty among elderly women;
herhaalt dat in de eerste plaats overwegend mannelijke sectoren werden getroffen door de crisis, zoals de bouw- en de industriesector, maar dat de crisis zich heeft uitgebreid tot andere meer gemengde sectoren, wat gezorgd heeft voor meer werkloosheid bij vrouwen; benadrukt dat de salarissen het meest gedaald zijn in vrouwvriendelijke dienstensectoren, in door de staat gefinancierde sectoren, waar het meest vrouwen werkzaam zijn, waardoor ze later een lager pensioen krijgen, wat de armoede bij oudere vrouwen nog meer beïnvloedt;