Such soft law instruments, which can legitimately be used as interpretative or preparatory tools for binding legislative acts, should neither be treated as legislation nor be given any norm-setting effectiveness, and it is for each country to decide on their use, in particular where they cast light on the interpretation of national measures adopted to implement them or where they are designed to supplement binding Community provisions.
Zulke “soft law”-instrumenten, die bruikbaar zijn als hulpmiddelen voor uitlegging of voorbereiding van bindende wetgevingshandelingen, mogen niet als wetgeving worden beschouwd en mogen ook geen normatieve werking krijgen. Elk land moet zelf beslissen over de toepassing ervan, vooral wanneer ze kunnen helpen bij de interpretatie van de nationale maatregelen die zijn aangenomen om de aanbevelingen uit te voeren of wanneer aanbevelingen bedoeld zijn om bindende Gemeenschapsvoorschriften aan te vullen.