7. Notes that an element of legal uncertainty has now arisen as a consequence of the difficulty in interpreting how the Directive should be applied to split-screen, interactive services and advertising or sponsorship linked to the use of virtual imaging technology; notes, further, that any interpretation of advertising rules must help to preserve the integrity of broadcast works, in which connection the principle of the clear separation of advertising and programmes must be observed;
7. constateert dat er enige rechtsonzekerheid is ontstaan door de vraag, hoe de richtlijn moet worden geïnterpreteerd om te kunnen worden toegepast op zaken als "split screens", interactieve diensten en virtuele reclame of sponsoring gekoppeld aan het gebruik van de virtuele-beeldtechniek; is echter van mening dat iedere interpretatie van de reclameregels moet leiden tot het behoud van de integriteit van de uitgezonden werken, waarbij het beginsel van een duidelijke scheiding tussen reclame en programma's moet worden gerespecteerd;