The capability adjustments for discrete graphics cards (dGfx), discrete television tuner and discrete audio card mentioned in point 1.1.2 and point 1.2.2 only apply to cards and tuner that are enabled during testing of desktop computers or integrated computers.
De mogelijkheidsaanpassingen voor afzonderlijke grafische kaarten (dGfx), een afzonderlijke televisietuner en een afzonderlijke audiokaart, bedoeld in punt 1.1.2 en punt 1.2.2, gelden slechts voor kaarten en tuners die bij het testen van de desktopcomputer of geïntegreerde desktopcomputer actief zijn.