1.3.7. For drum brakes, where the requirements of 1.3.1 do not apply, the prescribed amount of water must be distributed equally on either side of the braking device (that is, on the stationary back plate and the rotating drum) from nozzles so positioned as to be two-thirds of the distance from the outer circumference of the rotating drum to the wheel hub.
1.3.7. Bij trommelremmen waarvoor de bepalingen van punt 1.3.1 niet gelden, moet de voorgeschreven hoeveelheid water gelijkelijk aan beide zijden van de reminrichting (dat wil zeggen op de remankerplaat en remtrommel zelf) worden gespoten via een spuitopening die zich ter hoogte van een punt bevindt met een afstand tot het middelpunt van de trommel ter grootte van een derde van de straal van de trommel.