The years when, because of unfavourable weather conditions, products from wine-growing zones A and B not possessing the minimum natural alcoholic strength by volume laid down for the relevant wine-growing zone may be used, under the conditions laid down in Article 44(3) of Regulation (EC) No 1493/1999, for the production of sparkling wine, aerated sparkling wine and aerated semi-sparkling wine shall be as set out in Annex II hereto.
De jaren waarin producten uit de wijnbouwzones A en B die wegens slechte weersomstandigheden niet het voor de betrokken wijnbouwzone vastgestelde minimumalcohol-volumegehalte bezitten, onder de in artikel 44, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bepaalde voorwaarden gebruikt mogen worden voor de productie van mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuur is toegevoegd of parelwijn waaraan koolzuur is toegevoegd, zijn vastgesteld in bijlage II.