1. Where climatic conditions have made it necessary in certain wine-growing zones of the Community in accordance with Annex IX, the Member States concerned may allow to supplement the natural alcoholic strength by volume of fresh grapes, grape must, grape must in fermentation, new wine still in fermentation and wine obtained from the wine grape varieties referred to in the first subparagraph of Article 18(1).
1. Wanneer de weersomstandigheden zulks in bepaalde in bijlage IX vastgestelde wijnbouwzones van de Gemeenschap noodzakelijk hebben gemaakt, kunnen de betrokken lidstaten een verhoging toestaan van het natuurlijke alcoholvolumegehalte van verse druiven, druivenmost, gedeeltelijk gegiste druivenmost, jonge, nog gistende wijn en wijn die is verkregen uit in artikel 18, lid 1, eerste alinea, bedoelde druivenrassen.