(c)coordinating the application by the national reference laboratories and, if necessary, by other official laboratories of the methods referred to in point (a), in particular, by organising regular inter-laboratory comparative testing or proficiency tests and by ensuring appropriate follow-up of such comparative testing or proficiency tests in accordance, where available, with internationally accepted protocols, and informing the Commission and the Member States of the results and follow-up to the inter-laboratory comparative testing or proficiency tests.
c)het coördineren van de toepassing van de onder a) bedoelde methoden door de nationale referentielaboratoria en zo nodig andere officiële laboratoria, in het bijzonder door regelmatig vergelijkend interlaboratoriumonderzoek of ringonderzoek te organiseren en aan dat vergelijkend onderzoek of ringonderzoek een passend vervolg te geven, overeenkomstig internationaal erkende protocollen indien beschikbaar, en het informeren van de Commissie en de lidstaten over de resultaten en de opvolging van het vergelijkend interlaboratoriumonderzoek of ringonderzoek.