Decisions on frequency of cleaning should therefore be based on the type of the enclosure, type of animal, stocking densities, and the ability of ventilation systems to maintain suitable air quality.
Bij de vaststelling van de schoonmaakfrequentie dient derhalve rekening te worden gehouden met het type leefruimte, het type dier, de bezettingsdichtheid en de capaciteit van de ventilatiesystemen om een passende luchtkwaliteit te handhaven.