8. Points out that often the perpetrators of terrorist attacks are already known to security authorities and have been the subject of investigations and supervision measures; expresses concern as to the extent to which existing data on these individuals could have been exchanged among security authorities an
d, where necessary, with colleagues from other Member States; calls on the Member States to improve the exchange of information relevant to countering terrorism, both among themselves and, where necessary, with third countries, making effective use of EU databa
ses through greater collaboration ...[+++] with EU agencies; 8. wijst erop dat de daders van terroristische aanslagen vaak reeds bekend zijn bij de veiligheidsautoriteiten en het voorwerp hebben uitgemaakt van onderzoeken en toezichtsmaatregelen; uit zijn bezorgdheid over de mate waarin bestaande gegevens over deze personen hadden kunnen worden uitgewisseld tussen veiligheidsautoriteiten,
en waar nodig, met collega's van andere lidstaten; verzoekt de lidstaten de uitwisseling van voor terrorismebestrijding relevante informatie te verbeteren, zowel tussen elkaar als, waar nodig, met derde landen, in het kader van een doeltreffend gebruik van de EU-gegevensbanken en middels betere samenwerking met
...[+++] EU-agentschappen;