It includes all those working to provide everyday services, e.g. care, welfare and social services, local transport, administration and technical services, schools and cultural amenities, craft trades, everyday commodities and some manufacturing, etc. In the Member States local labour markets in this sense can be assumed to account for as much as one third of total employment.
Hij omvat iedereen die werkt met de dienstverlening van alledag, d.w.z. zorg, hulpverlening en sociale diensten, plaatselijk vervoer, bestuur en technische diensten, school en cultuur, ambacht, handel van dagelijks gebruikte artikelen en een bepaalde productie van goederen, enz. In de lidstaten nemen de lokale markten in deze betekenis waarschijnlijk niet minder dan een derde deel van de werkgelegenheid voor hun rekening.