For the purposes of determining the number of eligible animals under points (a) and (b) of the first subparagraph, whether cows belong to a suckler herd or to a dairy herd shall be established on the basis of the beneficiary's individual quota for milk available on the holding on 31 March of the calendar year concerned, expressed in tonnes and the average milk yield.
Voor de vaststelling van het aantal op grond van de eerste alinea, onder a) en b), subsidiabele dieren wordt op basis van het individuele melkquotum van het bedrijf op 31 maart van het betrokken kalenderjaar, uitgedrukt in ton, en op basis van de gemiddelde melkopbrengst bepaald of de koeien tot een zoogkoeienbeslag dan wel tot een melkkoeienbeslag behoren.