Spatial extent of each habitat type which is adversely affected, through change in its biotic and abiotic structure and its functions (e.g. through changes in species composition and their relative abundance, absence of particularly sensitive or fragile species or species providing a key function, size structure of species), by physical disturbance.
De ruimtelijke omvang van elk habitattype dat schade is berokkend, door wijziging van de biotische en abiotische structuur en de functies ervan (bv. door wijzigingen van de soortensamenstelling en hun relatieve dichtheid, het niet-voorkomen van bijzonder gevoelige of kwetsbare soorten of soorten die een essentiële functie hebben, de groottesamenstelling van soorten), door fysieke verstoringen.