The Commission also considered that where the surcharge was raised on imports that would not have benefited from support under the EEG-Act 2012 if they had been produced in Germany (for instance electricity produced from facilities that have been in operation for more than 20 years), the surcharge would comply with Articles 30 and 110 on the grounds that, in this particular case, there is no difference in treatment between the national production and the imports.
De Commissie was ook van mening dat, in het geval van heffingen op ingevoerde elektriciteit die niet van steun uit hoofde van EEG-wet 2012 zou hebben genoten als de elektriciteit in Duitsland was geproduceerd (bijvoorbeeld elektriciteit die wordt geproduceerd in faciliteiten die meer dan 20 jaar in werking zijn), de heffing zou voldoen aan de artikelen 30 en 110 omdat, in dit bijzonder geval, er geen verschil in behandeling is tussen de nationale productie en de invoer.