(b) conciliation of economic and social activities such as fisheries and aquaculture, agriculture, tourism, maritime and air transports, industry, mining activities and regional planning with the potential of marine and coastal zones in terms of renewable energy, raw materials, whilst taking into account impacts of climate change and land pollution from human and animal activities.
(b) het in overeenstemming brengen van economische en sociale activiteiten als visserij en aquacultuur, landbouw, toerisme, zee- en luchtvervoer, industrie, mijnactiviteiten en ruimtelijke ordening, met het potentieel van mariene zones en kustgebieden in termen van hernieuwbare energie en grondstoffen, met inachtneming van de gevolgen van klimaatverandering en verontreiniging vanaf het vasteland door menselijke en dierlijke activiteiten.