Where such exceptions are made to the territoriality principle, they should correspond to a loss of jurisdiction for the Member State on whose territory the act has taken place, in order to avoid the problems arising from the combination of multiple jurisdiction and mutual recognition, as described above.
Wanneer dergelijke uitzonderingen op het territorialiteitsbeginsel worden gemaakt, moet de lidstaat op wiens grondgebied het strafbare feit heeft plaatsgevonden, onbevoegd zijn, teneinde de hierboven beschreven problemen in verband met de combinatie van meervoudige bevoegdheid en wederzijdse erkenning te voorkomen.