2. Where the processing of personal data takes place in the context of the activities of an establishment of a controller or a processor in the Union, and the controller or processor is established in more than one Member State, the supervisory authority of the main establishment of the controller or processor shall be competent for the supervision of the processing activities of the controller or the processor in all Member States, without prejudice to the provisions of Chapter VII of this Regulation.
2. Wanneer de verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt in het kader van de activiteiten van een vestiging van een voor de verwerking verantwoordelijke of een verwerker in de Unie, en de voor de verwerking verantwoordelijke of de verwerker is in meer dan één lidstaat gevestigd, is de toezichthoudende autoriteit van de belangrijkste vestiging van de voor de verwerking verantwoordelijke of de verwerker bevoegd voor het toezicht op de verwerkingen van de voor de verwerking verantwoordelijke of de verwerker in alle lidstaten, onverminderd de bepalingen van hoofdstuk VII van deze verordening.