1. The Member States shall take the necessary measures to ensure that female self-employed workers and female spouses and life partners referred to in Article 2 may, in accordance with national law, be granted a sufficient maternity allowance enabling interruptions in their occupational activity owing to pregnancy or motherhood for at least 14 weeks.
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat vrouwelijke zelfstandigen, vrouwelijke echtgenotes en levenspartners, als bedoeld in artikel 2, overeenkomstig het nationale recht een toereikende moederschapsuitkering wordt toegekend die het onderbreken van de beroepsuitoefening wegens zwangerschap of moederschap gedurende ten minste 14 weken mogelijk maakt.