The UN-Convention of the Right of the Child states that every child, regardless of sex, has the right to appropriate legal protection before and after birth, the ECJ judgment C-34/10 upholds that any human ovum after fertilization constitutes a human embryo and a human embryo constitutes a precise stage in the development of the human body.
In het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind is bepaald dat ieder kind, ongeacht geslacht, het recht heeft op passende bescherming voor en na de geboorte. In het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-34/10 is bepaald dat elke menselijke eicel, zodra deze is bevrucht, een menselijk embryo is, en een menselijk embryo is een specifiek stadium in de ontwikkeling van het menselijk lichaam.