2. The building or implementation of these separate control lanes, taking into consideration the special circumstances which prevail at the Member States' external land border crossing points, largely as a result of intense traffic (vehicles and/or pedestrians), will fall within the competence of the respective Member State, which will decide if and where such separate lanes would be appropriate and helpful.
2. Het aanleggen of toepassen van deze gescheiden controlerijstroken, rekening houdend met de specifieke omstandigheden aan de buitengrensdoorlaatposten aan de landgrenzen van de lidstaten, vooral als gevolg van druk verkeer (voertuigen en/of voetgangers), zal onder de bevoegdheid van de betreffende lidstaat vallen, die zal besluiten of en waar dergelijke gescheiden rijstroken geschikt en nuttig zouden zijn.