The Court points out that it is a matter for it, when reviewing the legality of the contested decision, to determine, firstly, whether the Commission exercised its discretion by following the ‘guidelines’ setting out the framework for the exercise of that discretion when setting the amounts of fines and, secondly, where there is a departure from those rules, to determine whether it is justified and properly reasoned.
Het Gerecht herinnert eraan dat het uit hoofde van de toetsing van de wettigheid van de bestreden beschikking enerzijds moet nagaan of de Commissie haar beoordelingsbevoegdheid heeft uitgeoefend door bij de vaststelling van het bedrag van de geldboeten haar „richtsnoeren” te volgen, die ertoe dienen het kader van de uitoefening van die bevoegdheid te preciseren, en anderzijds in geval van afwijking van die regels moet nagaan of die afwijking gerechtvaardigd is en rechtens genoegzaam is gemotiveerd.