44. Acknowledges that, in the case of directives, it is the prerogative of the Member States to decide whether to adopt higher social, environ
mental and consumer protection standards at national level than those minimum standards of protection agreed upon at EU level, and welcomes any decision to do so; reaffirms that such higher standards must not b
e regarded as 'gold plating'; calls, however, on the competent national authorities to be aware of the possible consequence of the practice of so-called ‘gold plating’, by which unnecess
...[+++]ary bureaucratic burdens are added to EU legislation, since this may lead to a misconception of the legislative activity of the EU, which in turn might foster Euroscepticism; calls, for the sake of user-friendliness, on Member States to waive unnecessary administrative rules on site in the implementation of directives and regulations; 44. beseft dat de lidstaten in het geval van richtlijnen bevoegd zijn om op nationaal niveau strengere normen voor sociale, milieu- en consumentenbescherming vast te stellen dan de minimumnormen voor bescherming die op EU-niveau zijn overeengekomen en waardeert het als lidstaten een dergelijk besluit nemen; bevestigt opnieuw dat dergelijke strengere normen niet moeten worden beschouwd als overregulering ("gold plating"); verzoekt de bevoegde autoriteiten echter rekening te houden met de mogelijke gevolgen van overregulering, waardoor de EU-wetgeving extra wordt verzwaard met onnod
ige bureaucratische lasten, omdat dit een verkeerd beeld
...[+++] kan geven van de wetgevingswerkzaamheden van de EU, hetgeen euroscepticisme kan voeden; roept de lidstaten met het oog op gebruiksvriendelijkheid op onnodige administratieve regels bij de tenuitvoerlegging van richtlijnen en verordeningen te verwijderen;