2. The competent authorities of the Member States shall, where appropriate, in investigations into counterfeiting and offences related to the counterfeiting of the euro make use of the facilities offered by the Provisional Judicial Cooperation Unit and, subsequently, the facilities for cooperation offered by Eurojust once it has been established, in accordance with the provisions laid down in the instruments establishing the Provisional Judicial Cooperation Unit and Eurojust.
2. Bij onderzoeken naar valsemunterij en strafbare feiten in verband met eurovalsemunterij maken de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in voorkomend geval gebruik van de faciliteiten van het voorlopig justitieel samenwerkingsteam en vervolgens van de samenwerkingsfaciliteiten van Eurojust, wanneer dat is ingesteld, overeenkomstig de bepalingen van de instrumenten tot instelling van het voorlopig justitieel samenwerkingsteam en Eurojust.