By its very nature, the assessment underlying the designation can only take into account the general civil, legal and political circumstances in that country, including adherence to the rules of international law on human rights, fundamental freedoms and refugee protection, and whether actors of persecution, torture or inhuman or degrading treatment or punishment are subject to sanction in practice when found liable in the country concerned.
De aard van de aan de aanmerking ten grondslag liggende beoordeling impliceert dat er enkel rekening kan worden gehouden met de algemene civiele, juridische en politieke omstandigheden in dat land, met name de eerbiediging van het internationaal recht op het punt van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de bescherming van vluchtelingen, en met het feit dat actoren van vervolging, foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de praktijk worden gestraft wanneer zij in het betrokken land schuldig worden bevonden.