I am thinking here, particularly, of the innovation of human rights pledges submitted by candidates for election; the ability to hold special sessions on urgent human rights situations, a far cry from the annual ritual of its predecessor, the Commission on Human Rights; the development of ‘interactive dialogues’ with UN special procedures, a very public means of focusing attention on human rights violations; and, finally, the adoption of the all-important institution-building package by consensus.
Ik denk dan in het bijzonder aan de vernieuwingen van de toezeggingen op het gebied van mensenrechten die door kandidaten ter stemming zijn ingediend; de mogelijkheid om speciale zittingen te houden voor urgente mensenrechtensituaties (een wereld van verschil met het jaarlijkse ritueel van de voorganger, de Commissie voor Mensenrechten), de ontwikkeling van "interactieve dialogen" met speciale VN-procedures, een zeer openbaar middel om de aandacht te richten op schendingen van de mensenrechten en als laatste het eensgezind aannemen van het zeer belangrijke pakket voor instellingsvorming.