1. Members of the Supervisory Board, staff of the ECB and staff seconded by participating Member States carrying out supervisory duties, even after their duties are ceased, shall be subject to the professional secrecy requirements set out in Article 37 of the Statute of the ESCB and of the ECB and in the relevant acts of Union law.
1. De leden van de raad van toezicht, de personeelsleden van de ECB en de door deelnemende lidstaten gedetacheerde personeelsleden die toezichttaken vervullen, zijn, ook na beëindiging van hun taken, gehouden aan de voorschriften inzake beroepsgeheim van artikel 37 van de statuten van het ESCB en de ECB en van de toepasselijke handelingen van het Unierecht.