Whether certain types of urban or suburban rail transport systems, such as the S-Bahn (in Austria, Germany and Denmark) and the RER (in France), or modes of transport that are similar to ‘other track based modes’ (for instance, metro or tram services), such as tram-train services and certain automatic train services operated under optical guidance systems, are included in the rail exemption of Article 5(6) must be assessed on a case-by-case basis, applying suitable criteria.
Of bepaalde typen stedelijke of voorstedelijke vervoersystemen per spoor, zoals de S-Bahn (in Oostenrijk, Duitsland en Denemarken) en de RER (in Frankrijk), of vervoerswijzen die vergelijkbaar zijn met „andere vormen van spoorvervoer” (bijvoorbeeld metro- of tramdiensten), zoals tramtreinen en bepaalde automatische treindiensten die gebruikmaken van optische geleidingssystemen, onder de uitzondering voor vervoer per spoor vallen van artikel 5, lid 6, moet geval per geval worden beoordeeld aan de hand van passende criteria.