whereas Vietnam persists in invoking vaguely worded ‘national security’ provisions in the criminal code such as ‘anti-state propaganda’, ‘subversion’ or ‘abuse of democratic freedoms’ in order to incriminate and silence political dissidents, human rights defenders and perceived government critics.
overwegende dat Vietnam vasthoudt aan het gebruik van vaag geformuleerde bepalingen inzake de „nationale veiligheid” in het wetboek van strafrecht, zoals „propaganda tegen de staat”, „ondermijning” en „misbruik van democratische vrijheden”, om politieke dissidenten, mensenrechtenactivisten en veronderstelde critici van de regering te belasten en de mond te snoeren.