2. Stresses that at this point Russia, because of its actions in Crimea and in Eastern Ukraine, can no longer be treated as
, or considered, a ‘strategic partner’; points out that strategic partnerships must be based on mutual trust and respect for international law, which is based on democracy, state sovereignty and the freedom to choose internal constitutiona
l order and foreign policy orientations, territorial integrity of the State, and respect for the rule of law, human rights, and the principles of international diplomacy and tra
...[+++]de;
2. benadrukt dat Rusland, vanwege zijn optreden op de Krim en in het oosten van Oekraïne, momenteel niet langer als een "strategische partner" behandeld of beschouwd kan worden; wijst erop dat strategische partnerschappen gebaseerd moeten zijn op wederzijds vertrouwen en eerbiediging van het internationaal recht, dat berust op democratie, staatssoevereiniteit, vrije keuze van de interne constitutionele orde en de koers voor het buitenlands beleid, territoriale integriteit van de staat, en eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten en de beginselen van de internationale handel en de diplomatie;