Proposals : - reduction of the ceiling on the maximum number of male cattle which can receive the male beef premium (new ceilings in annex) - obligation for all member
States to make the calf processing scheme available which was introduced as part of the 1992 CAP reform but on a voluntary basis for member States (of course participation in the scheme would continue to be voluntary for producers) - reduction from 1.4 livestock units per hectare to 1.2 livestock units per hectare of the stocking rate limit which must be respected to benefit from the extensification premium of 36.23 ECU per head. This premium, which is paid onl
y on male ...[+++]cattle or suckler cows, will be increased to 54 ECU where producers respect a stocking rate ceiling of 1 livestock unit per hectare. - introduction of a special intervention arrangement for light male cattle of 7 to 9 months of age less than 300 Kgs liveweight. - increase of the ceilings on intervention purchases established under CAP reform to 720,000 tonnes for 1996 and 500,000 tonnes for 1997. From 1998 it will remain at 350,000 tonnes as foreseen in the reform (these ceilings include estimated purchases into intervention of young bovines under the special intervention arrangements). - limitation of grant aid for on farm capital investment relating to beef production to capital expenditure on environmental protection, hygiene and animal welfare provided this does not lead to an increase in production capacity.Voorstellen : - verlaging van het maximumaantal dieren waarvoor de premie voor mannelijke runderen mag worden toegekend (nieuwe aantallen in de bijlage) - de reeds bij de GLB-hervorming van 1992 ingevoerde, maar door de Lid- Staten facultatief toe te passen maatregel voor verwerking van kalveren, wordt verplicht gesteld voor iedere Lid-Staat (de producenten blijven vanzelfsprekend vrij om gebruik te maken van de maatregel of niet); - verscherping van de veebezettingsnorm van 1,4 tot 1,2 GVE/ha voor toekenning van de extensiveringspremie van 36,23 ecu per dier; deze premie, die alleen wordt betaald voor mannelijke runderen en zoogkoeien, wordt nog verhoogd tot 54 ecu als de veebezetting niet gro
ter is dan 1 GVE/ha; ...[+++] - invoering van een speciale interventieregeling voor mannelijke runderen van 7 tot 9 maanden met een levend gewicht van niet meer dan 300 kg (lichte dieren); - verhoging van het bij de hervorming van het GLB vastgestelde maximum voor de interventie-aankopen tot 720 000 ton voor 1996 en 500 000 ton voor 1997; vanaf 1998 blijft het 350 000 ton, zoals bepaald bij de hervorming (deze maxima omvatten ook de verwachte aankoop van de zogenaamde lichte dieren in het kader van de speciale interventieregeling); - beperking van de investeringssteun voor rundveebedrijven tot de investeringen voor bescherming van het milieu, voor hygiëne en welzijn, op voorwaarde dat de produktiecapaciteit niet wordt vergroot; voor jonge landbouwers die zich vestigen, blijft steun voor investeringen in de produktie voor rundvlees beschikbaar voor zover bepaalde maxima voor de veebezetting niet worden overschreden.
