It may be justified, for instance, by social or regional policy considerations, by the need to take into account the beneficial role played by small and medium-sized enterprises (SMEs) in the economy or, exceptionally, by the desirability of maintaining a competitive market structure when the demise of firms could lead to a monopoly or to a tight oligopolistic situation.
Te denken valt bijvoorbeeld aan overwegingen van sociaal of regionaal beleid, aan de noodzaak rekening te houden met de positieve rol van kleine en middelgrote ondernemingen (hierna „KMO's” genoemd) in de economie of, in uitzonderlijke gevallen, aan de omstandigheid dat het wenselijk is een concurrerende marktstructuur te behouden omdat anders, na het verdwijnen van ondernemingen, een monopolie of een eng oligopolie kan ontstaan.