A. whereas in Europe there is a divergence in respect of limitation periods, the commencement of the running of time, the date of knowledge, the ability to interrupt or stop the running of time, the presentation of evidence and the assertion of the defence of the expiry of the limitation period,
A. overwegende dat er binnen Europa verschillen bestaan in de verjaringstermijnen, het tijdstip waarop de termijn begint te lopen, de datum van kennisname, de mogelijkheid van de onderbreking en opschorting van de termijn, alsmede van de bewijsvoering en het opwerpen van een exceptie van de verjaring,