31. Considers that arts and cultural education is a prerequisite for equal opportunities, for democratising access to culture, and for social cohesion, as a means of individual and collective expression and dialogue and a way of promoting mutual understanding; stresses, moreover, that it helps schoolchildren to cultivate themselves by developing their artistic abilities, meeting artists, viewing works of art and visiting places of cultural value;
31. is van mening dat culturele en kunstzinnige vorming noodzakelijk is voor gelijke kansen, voor democratisering van cultuur en voor sociale cohesie, als middel voor individuele en collectieve uiting, voor dialoog en voor wederzijds begrip; onderstreept bovendien dat deze vorming leerlingen in staat te stelt een cultuur voor zichzelf te scheppen, hun artistieke ontplooiing te bevorderen, met kunstenaars en kunstwerken kennis te maken en culturele plaatsen te bezoeken;