les animaux dont l’état de la peau ou de la toison est tel qu’il y a un risque inacceptable de contamination de la viande durant l’abattage ne doivent pas être abattus avant d’avoir été nettoyés. Il appartient au vétérinaire officiel de contrôler le respect de cette obligation (annexe I, section II, chapitre III, point 3, du règlement (CE) n o 854/2004).
de officiële dierenarts moet nagaan of wordt voldaan aan de verplichting om ervoor te zorgen dat dieren waarvan de huid, pels of vacht in zodanige staat verkeert dat het gevaar voor verontreiniging van het vlees tijdens het slachtproces onaanvaardbaar is, niet voor menselijke consumptie worden geslacht, tenzij zij voordien worden schoongemaakt (bijlage I, sectie II, hoofdstuk III, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 854/2004).