Fréquent: confusion mentale, troubles de l'orientation, hallucinations (surtout chez les patients âgés et chez les patients atteints de la maladie de Parkinson), anxiété, excitation, troubles du sommeil, humeur euphorique, agressivité, troubles de la mémoire, bâillements, sensation d’être étranger à soi-même, insomnie, cauchemars, aggravation de la dépression maladive, troubles de la concentration.
Vaak: geestelijke verwardheid, oriëntatiestoornissen, schijnwaarnemingen (vooral bij bejaarde patiënten en bij patiënten met de ziekte van Parkinson), angst, opwinding, slaapstoornissen, opgetogen gemoedstoestand, agressiviteit, geheugenstoornissen, geeuwen, vervreemding van zichzelf, slapeloosheid, nachtmerries, verergering van de ziekelijke neerslachtigheid, concentratiestoornissen.