Traduction de «administrer du glucagon » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

produit contenant du glucagon
product dat glucagon bevat

surdose de glucagon
overdosis glucagon

Hyperplasie des cellules endocrines du pancréas avec hypersécrétion de glucagon
hyperplasie van endocriene pancreascellen met overproductie van glucagon

allergie au glucagon
allergie voor glucagon

glucagon
glucagon

intoxication par le glucagon
intoxicatie door glucagon

produit contenant du glucagon sous forme parentérale
product dat glucagon in parenterale vorm bevat

chlorhydrate de glucagon
glucagonhydrochloride

Hypersécrétion de glucagon
verhoogde secretie van glucagon

administration d'un lavement au patient
toedienen van lavement aan patiënt

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

En l’absence de réponse au glucagon ou si le glucagon n’est pas disponible, on peut administrer par perfusion intraveineuse un agoniste des récepteurs bêta tel que la dobutamine à raison de 2,5 à 10 microgrammes/kg/minute.
Als er geen respons op glucagon optreedt of als glucagon niet beschikbaar is, kan een bètareceptoragonist zoals dobutamine 2.5 tot 10 microgram/kg/minuut via intraveneuze infusie toegediend worden.

S'il n'y a pas de réponse sur glucagon ou s'il n'y a pas de glucagon disponible, on peut administrer un agoniste des récepteurs bêta comme l'isoprénaline (25 µg) sous forme d'une injection intraveineuse lente, ou de la dobutamine (2,5 à 10 µg/kg/min) en perfusion intraveineuse.
Als er echter geen respons op glucagon komt of indien er geen glucagon beschikbaar is, mag een β- receptoragonist zoals isoprenaline (25 µg) onder de vorm van een trage intraveneuze injectie of dobutamine (2,5 tot 10 µg/kg/min) als intraveneus infuus toegediend worden.

En l’absence de réponse au glucagon ou si le glucagon n’est pas disponible, on peut administrer par perfusion intraveineuse un agoniste bêta-adrénergique tel que la dobutamine à raison de 2,5 à 10 microgrammes/kg/minute.
Als er geen respons op glucagon optreedt of als er geen glucagon voorhanden is, kan een bètaadrenoceptorstimulerend middel zoals dopamine 2,5 tot 10 microgram/kg/minuut worden gegeven als een intraveneuze infusie.

Dans les cas réfractaires, l’administration i.v. d’aminophylline est recommandée; on peut la faire suivre, au besoin, par l’administration de chlorhydrate de glucagon, lequel s’est avéré utile dans ces cas-là.
In refractaire gevallen is iv toediening van aminofylline aangewezen : men kan dit, indien nodig, laten volgen door de toediening van glucagonhydrochloride, dat in deze gevallen nuttig is gebleken.

Les épisodes d’hypoglycémie sévère, avec perte de connaissance, peuvent être traités par administration intramusculaire ou sous-cutanée de glucagon (0,5 à 1 mg) par une personne formée à cet effet, ou par administration intraveineuse de glucose par le personnel médical.
Episoden van ernstige hypoglykemie, waarbij de patiënt het bewustzijn heeft verloren, kunnen worden behandeld met glucagon (0,5 tot 1 mg), dat intramusculair of subcutaan wordt toegediend door iemand die daarin is geoefend, of door het intraveneus toedienen van glucose door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.

Si nécessaire, il convient d'administrer les antidotes suivants, seuls ou l'un après l'autre: 0,5 à 2,0 mg d'atropine par voie intraveineuse, 0,5 mg d'orciprénaline en injection intraveineuse lente; on peut également administrer une dose de 1 à 5 mg de glucagon.
Indien nodig moeten de volgende antidota, hetzij alleen, hetzij na elkaar worden toegediend: 0,5 à 2,0 mg intraveneuze atropine, 0,5 mg orciprenaline in trage intraveneuze injectie. Er kan eveneens een dosis van 1 tot 5 mg glucagon worden toegediend.

Il faut éviter d'administrer simultanément des substances qui influencent l'élimination de l'hormone de croissance, telles que l'hormone de croissance, la somatostatine ou ses analogues, l'atropine, la lévodopa, la dopamine, la clonidine, l'arginine, l'ornithine, la glycine, le glucagon, l'insuline, le glucose administré par voie orale, les substances qui inhibent la thyroïde et le propranolol.
Gelijktijdige toediening van stoffen die de uitscheiding van groeihormoon beïnvloeden, zoals groeihormoon, somatostatine of analogen hiervan, atropine, levodopa, dopamine, clonidine, arginine, ornithine, glycine, glucagon, insuline, oraal toegediend glucose, schildklierremmende stoffen en propranolol, dient vermeden te worden.

Instructions sur l’administration de glucagon en cas d’hypoglycémie sévère.
Instructies met betrekking tot het toedienen van glucagon in het geval dat een ernstige hypoglykemie optreedt.