Ainsi la norme belge d'exposition applique un facteur de sécurité de 200 (ç-à-d des doses admissibles 200 fois plus faibles que celles où sont observés les premiers effets) pour toutes les fréquences comprises dans le champ d'application de la législation (AR du 29 avril 2001).
In de Belgische norm voor blootstelling is een veiligheidsfactor van 200 voorzien (dat wil zeggen dat enkel doses toegelaten zijn, die 200-maal zwakker zijn dan die waarbij de eerste effecten zichtbaar worden); die norm geldt voor alle frequenties waarop de wetgeving van toepassing is (KB van 29 april 2001).