- en cas de présence ou d'antécédents de thrombophlébite (= troubles caractérisés par une inflammation de la paroi d'un vaisseau sanguin, avec formation d'un caillot de sang qui se fixe à la paroi vasculaire) ou d'affections thrombo-emboliques (lorsqu’un tel caillot de sang se détache de la paroi vasculaire et provoque l'obstruction d'un plus petit vaisseau), par exemple au niveau du cerveau, du poumon ou du cœur.
- bij aanwezigheid of een voorgeschiedenis van tromboflebitis (= aandoeningen gekenmerkt door een ontsteking van de wand van een bloedvat, waarbij zich een bloedstolsel gaat vormen en vasthechten aan de vaatwand) of trombo-embolische aandoeningen (waarbij een dergelijk bloedstolsel loskomt van de vaatwand en een verstopping van een kleiner bloedvat veroorzaakt), bijvoorbeeld ter hoogte van de hersenen, de longen of het hart.