Vertaling van "aminotransférases élévation " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

agression en poussant d'un endroit élevé
aanval door duwen van hoge plaats

syndrome de leucoencéphalopathie avec atteinte du tronc cérébral et de la moelle épinière-élévation des lactates
leuko-encefalopathie met betrokkenheid van hersenstam en ruggenmerg, hoog lactaatgehalte-syndroom

antigène prostatique spécifique plus élevé
prostaatspecifiek antigeen verhoogd

sangle d’élévation du bras
sling voor verhoging van arm

infarctus aigu du myocarde sans élévation du segment ST
acuut myocardinfarct zonder ST-elevatie

infarctus aigu du myocarde avec élévation du segment ST
acuut myocardinfarct met ST-elevatie

tentative de suicide, sauter d'un endroit élevé
zelfmoordpoging door springen van hoge plaats

élévation du taux de créatine-kinase
verhoogde creatine kinase

taux de TSH élevé
thyroïdstimulerende hormoonwaarde verhoogd

Définition: Trouble caractérisé par la présence d'une élévation légère, mais persistante, de l'humeur, de l'énergie et de l'activité, associée habituellement à un sentiment intense de bien-être et d'efficacité physique et psychique. Il existe souvent une augmentation de la sociabilité, du désir de parler, de la familiarité, ou de l'énergie sexuelle et une réduction du besoin de sommeil; ces symptômes ne sont toutefois pas assez marqués pour entraver le fonctionnement professionnel ou pour entraîner un rejet social. L'euphorie et la sociabilité sont parfois remplacées par une irritabilité ou des attitudes vaniteuses ou grossières. Les perturbations de l'humeur et du comportement ne sont pas accompagnées d'hallucinations ou d'idées délirantes.
Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door een lichte stemmingsverhoging die aanhoudend is, toegenomen energie en activiteit en doorgaans opvallende gevoelens van welbevinden en zowel lichamelijke als geestelijke competentie. Toegenomen gezelligheid, spraakzaamheid, vrijpostigheid, toegenomen seksuele energie en een afgenomen behoefte aan slaap zijn dikwijls aanwezig, maar niet in die mate dat ze op ernstige ontwrichting van werk of sociale afwijzing uitlopen. Prikkelbaarheid, eigenwaan en onbehouwen gedrag kunnen de plaats innemen van de meer gebruikelijke eufore gezelligheid. De verstoringen van stemming en gedrag gaan niet gepaard met hallucinaties of wanen.

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

gorge e 29 (8 %) 4 (1 %) 0 Elévation de 8 (2 %) 4 (1 %) 2 (< 1 %) l'alanine aminotransférase Taux anormal de 6 (2 %) 0 0 cholestérol sanguin Elévation de 5 (1 %) 2 (< 1 %) 2 (< 1 %) l'aspartate aminotransférase Elévation de la 4 (1 %) 0 3 (< 1 %) gamma glutamyltransférase Augmentation de la 2 (< 1 %) 0 0 bilirubine sérique Aspartate 2 (< 1 %) 0 2 (< 1 %) aminotransférase Alanine 1 (< 1 %) 0 1 (< 1 %) aminotransferase
Soms Menorragie 1 (< 1%) 0 0 Zeer vaak Vermoeidheid 178 34 (9%) 1 (< 1%) (47%) Vaak Oedeem b 18 (5%) 1 (< 1%) 0 Vaak Borstpijn 12 (3%) 4 (1%) 0 Vaak Rillingen 10 (3%) 0 0 Soms Slijmvliesontsteking e 1 (< 1%) 0 0 Soms Asthenie 1 (< 1% 0 0 Zeer vaak Gewichtsafname 86 (23%) 5 (1%) 0

Affections hépatobiliaires Très fréquent : Valeurs anormales de la fonction hépatique (élévation de la bilirubine totale, élévation des phosphatases alcalines, élévation de l’aspartate aminotransférase, élévation de l’alanine aminotransférase).
Lever- en galaandoeningen Zeer vaak: Abnormale leverfunctiewaarden (totaal bilirubine verhoogd, alkalische fosfatase verhoogd, aspartaataminotransferase verhoogd, alanine-aminotransferase verhoogd).

Investigations Fréquent : Élévation des taux d’azote uréique sanguin, anomalies de la fonction hépatique Peu fréquent : Allongement du temps de prothrombine, élévation de la créatinine sérique, élévation de l’alanine aminotransférase, élévation de l’aspartate aminotransférase Très rare : Des cas d’hypoglycémie ont été observés, en particulier après l’administration concomitante d’agents antidiabétiques et d’insuline.
Onderzoeken Vaak: verhoogde bloedureumspiegel, abnormale leverfunctietest Soms: verlenging van de protrombinetijd, verhoogd serumcreatinine, verhoogd alanineaminotransferase, verhoogd aspartaataminotransferase Zeer zelden: hypoglykemie werd waargenomen, vooral na concomitante toediening met antidiabetica of insuline.

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés (˃ 1/10) sont les suivants :céphalées, douleurs abdominales, diarrhée, nausées, vomissements, élévation de l’alanine aminotransférase, élévation de l’aspartate aminotransférase, élévation de la phosphatase alcaline et éruption cutanée.
De meest voorkomende bijwerkingen (> 1/10) zijn hoofdpijn, buikpijn, diarree, misselijkheid, braken, verhoogd alanineaminotransferase, verhoogd aspartaataminotransferase, verhoogd alkalische fosfatase in het bloed en huiduitslag.

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés (> 1/10) sont les suivants : céphalées, douleurs abdominales, diarrhée, nausées, vomissements, élévation de l’alanine aminotransférase, élévation de l’aspartate aminotransférase, élévation de la phosphatase alcaline et éruption cutanée.
De frequentste (> 1/10) bijwerkingen zijn hoofdpijn, buikpijn, diarree, nausea, braken, stijging van alanineaminotransferase, stijging van aspartaataminotransferase, stijging van alkalische fosfatase en huiduitslag.

troubles de la fonction hépatique, élévation des phosphatases alcalines, élévation de l’aspartate aminotransférase élévation de l’alanine aminotransférase hépatite, jaunisse, jaunisse choléstatique
leverfunctiestoornissen, stijging van de alkalische fosfatasen, stijging van het aspartaat aminotransferase stijging van het alanine aminotransferase hepatitis, geelzucht, cholestatische geelzucht

Elévation de l’alanine aminotransférase, élévation de l’aspartate aminotransférase Erythème polymorphe, éruption cutanée, prurit
Stijging van de alanine aminotransferase, stijging van de aspartaat aminotransferase Erytheem multiforme, huiduitslag, pruritus

Les effets indésirables de grade 3 ou 4 rapportés chez 5 % des patients étaient : thrombopénie (25,4 %), anémie (12,3 %), neutropénie (11,5 %), élévation de l’alanine aminotransférase (10,2 %), diarrhée (9,1 %), rash (6,1 %), élévation de la lipase (5,2 %) et élévation de l’aspartate aminotransférase (5,0 %).
De graad 3 of graad 4 geneesmiddelbijwerkingen gemeld voor 5% van de patiënten waren trombocytopenie (25,4%), anemie (12,3%), neutropenie (11,5%), verhoogd alanineaminotransferase (10,2%), diarree (9,1%), huiduitslag (6,1%), verhoogd lipase (5,2%) en verhoogd aspartaataminotransferase (5,0%).

Les trois anomalies biologiques non hématologiques les plus fréquentes ont été une élévation de l’alanine aminotransférase (26,9 %), une élévation de l’aspartate aminotransférase (19,3 %) et une hypercholestérolémie (16,6 %).
De drie meest voorkomende niet-hematologische geneesmiddelenbijwerkingen waren blauwe plekken (21,3%), duizeligheid (15,0%) en hoofdpijn (13,9%).

aminotransférase) b Elévation ASAT (aspartate 19,3 0 Très fréquent aminotransferase) b * Patients atteints de myélofibrose randomisés pour recevoir le ruxolitinib et traités par le ruxolitinib dans les études pivots de phase III COMFORT-I et COMFORT-II
Verhoogd 19,3 0 Zeer vaak aspartaataminotransferase b * Patiënten met myelofibrose gerandomiseerd naar en behandeld met ruxolitinib in de pivotale fase 3-studies COMFORT-I en COMFORT-II.