Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Côlon irritable
Diarrhée
Dyspepsie
Dysurie
Flatulence
Gastrique
Hoquet
Hyperventilation
Mictions fréquentes
Névrose cardiaque
Névrose traumatique
Spasme du pylore
Syndrome de Da Costa
Toux

Vertaling van "années-patients par rapport " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Définition: Ce trouble constitue une réponse différée ou prolongée à une situation ou à un événement stressant (de courte ou de longue durée), exceptionnellement menaçant ou catastrophique et qui provoquerait des symptômes évidents de détresse chez la plupart des individus. Des facteurs prédisposants, tels que certains traits de personnalité (par exemple compulsive, asthénique) ou des antécédents de type névrotique, peuvent favoriser la survenue du syndrome ou aggraver son évolution; ces facteurs ne sont pas toutefois nécessaires ou suffisants pour expliquer la survenue du syndrome. Les symptômes typiques comprennent la reviviscence rép ...[+++]

Omschrijving: Ontstaat als een verlate of verlengde reactie op een stressveroorzakende gebeurtenis of situatie (van korte of lange duur) van een buitengewoon bedreigende of catastrofale aard, die bij vrijwel iedereen grote angst zou veroorzaken. Predisponerende factoren, zoals persoonlijkheidstrekken (b.v. compulsieve, asthene) of een voorgeschiedenis van neurotische ziekte, kunnen de drempel voor de ontwikkeling van het syndroom verlagen of zijn verloop verergeren, maar zijn noodzakelijk noch voldoende om het optreden ervan te verklaren. Typische kenmerken zijn onder meer episoden van herhaald herleven van het trauma in zich opdringende ...[+++]


signe rapporté par le patient ou la personne rapportant l'histoire

bevinding gerapporteerd door patiënt of andere bron van voorgeschiedenis


Définition: Le patient attribue ses symptômes au trouble somatique d'un système ou d'un organe innervé et contrôlé, en grande partie ou entièrement, par le système neurovégétatif: système cardio-vasculaire, gastro-intestinal, respiratoire, et urogénital. Les symptômes sont habituellement de deux types, aucun des deux n'évoquant un trouble somatique de l'organe ou du système concerné. Le premier type concerne des plaintes en rapport avec des signes objectifs d'un hyperfonctionnement neurovégétatif, par exemple des palpitations, une tra ...[+++]

Omschrijving: De klachten worden door de patiënt gebracht alsof ze het gevolg zijn van een lichamelijke ziekte van een orgaansysteem of orgaan dat grotendeels of volledig onder autonome innervatie en controle staat, d.w.z. het cardiovasculaire, gastro-intestinale, respiratoire en urogenitale systeem. De klachten zijn doorgaans van twee typen, die geen van beide duiden op een lichamelijke stoornis van het betrokken orgaan of systeem. Ten eerste zijn er klachten op grond van objectieve symptomen van autonome prikkeling, zoals hartkloppingen, zweten, blozen, tremor en de uiting van angst en verontrusting over de mogelijkheid van een lichamelijke ziekte. Ten tweede zijn er subjectieve klachten van niet-specifieke of veranderlijke ...[+++]
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
une réduction significative du risque absolu de mortalité globale : metformine, 13,5 événements pour 1000 patient-années, par rapport au régime seul, 20,6 événements pour 1000 patient-années (p = 0,011) et par rapport aux groupes combinés recevant une monothérapie par sulfamides hypoglycémiants ou insuline, 18,9 événements pour 1000 patient-années (p = 0,021),

een significantie vermindering van het absolute risico van alle mortaliteit: metformine: 13,5 voorvallen per 1000 patiëntjaren, dieet alleen: 20,6 voorvallen per 1000 patiëntjaren (p=0,011) en de gecombineerde groepen met monotherapie met een sulfonylureumderivaat of insuline: 18,9 voorvallen per 1000 patiëntjaren (p=0,021).


Au cours de la deuxième année de traitement, 15 patients sur 17 avaient encore amélioré leurs poids par rapport à l’âge (la durée du traitement allant de 78 à 142 semaines suivant les patients ; période de suivi de 111 semaines en moyenne) ; 10 patients sur 16 avaient encore amélioré leur taille par rapport à l’âge (la durée du traitement allant de 90 à 130 semaines suivant les patients ; période de suivi de 113 semaines en moyenne) ; 11 patients sur 15 avaient encore amélioré leur périmètre crânien par rapport à l’âge (la durée du traitement allant de 90 à 130 semaines suivant les patients ; période de suivi de 110 semaines en moye ...[+++]

In het tweede jaar van de behandeling was er bij 15 van de 17 patiënten sprake van een verdere verbetering van het percentiel voor gewicht ten opzichte van leeftijd (de duur van de behandeling varieerde per patiënt van 78 tot 142 weken met een gemiddelde nacontroleperiode van 111 weken), bij 10 van de 16 patiënten was het percentiel voor lengte ten opzichte van leeftijd verder verbeterd (de duur van de behandeling varieerde van 90 tot 130 weken met een gemiddelde nacontroleperiode van 113 weken) en bij 11 van de 15 patiënten was het percentiel voor de hoofdomtrek ten opzichte van leeftijd verder verbeterd (de duur van de behandeling vari ...[+++]


Cancers secondaires au traitement Dans les études cliniques menées chez des patients recevant l’association lénalidomide/dexaméthasone et ayant déjà reçu un traitement pour leur myélome, une augmentation de l’incidence de cancers secondaires (CS) a été observée chez les patients sous lénalidomide/dexaméthasone (3,98 pour 100 années-patients) par rapport aux témoins (1,38 pour 100 années-patients).

Tweede primaire kwaadaardige tumoren In vergelijking met de controlegroep (1,38 per 100 patiënten-jaren) werd een toename van tweede primaire kwaadaardige tumoren (SPM) waargenomen in klinische onderzoeken bij myeloompatiënten die eerder met lenalidomide/dexamethason behandeld werden (3,98 per 100 patiënten-jaren).


Par ailleurs, pour continuer à bénéficier de l’intervention de l’assurance, l’hôpital devra, par le biais du rapport annuel prévu à l’article 10, apporter la preuve qu’au moins 9 patients ont bénéficié de la fonction de liaison externe complémentaire au cours de l’année 2009 et, pour les années ultérieures, qu’au moins 9 patients, en moyenne, ont bénéficié de la fonction de liaison externe complémentaire au cours de l’année écoulée.

Om de verzekeringstegemoetkoming voorts te blijven genieten, zal het ziekenhuis via een jaarverslag, voorzien in artikel 10, moeten bewijzen dat minstens negen patiënten in de loop van 2009 de aanvullende externe liaisonfunctie hebben genoten en, voor de jaren daarna, dat gemiddeld minstens 9 patiënten in de loop van het afgelopen jaar de aanvullende externe liaisonfunctie hebben genoten.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Année Dépenses Evolution Dépenses Evolution Dépenses Evolution Dépenses Evolution % pour assurés en % par pour assurés en % par totales en % par totales en % dépenses étrangers rapport à belges rapport à Conventions rapport à ASS par rapport C. I. par en Belgique (1) l’année à l’année interna- l’année belge à l’année rapport à précédente l’étranger (2) précédente tionales précédente précédente l’ASS belge

Jaar Uitgaven voor Evolutie Uitgaven voor Evolutie Totale uitgaven Evolutie Totale Evolutie % buitenlandse in % t.o.v. Belgische in % t.o.v. Internationale in % t.o.v. uitgaven in % uitgave verzekerden vorige verzekerden vorige verdragen vorige Belgische t.o.v. t.o.v. in België (1) jaar in het jaar jaar VGV vorige Belgische buitenland (2) jaar VGV 1991 3 679 388 081 1 104 685 256 4 784 073 337 303 191 213 482 1,58


(43,3 événements pour 1000 patient-années) (p = 0,0023) et par rapport aux groupes combinés recevant une monothérapie par sulfamides hypoglycémiants ou insuline (40,1 événements pour 1000 patient-années) (p = 0,0034),

een significante vermindering van het absolute risico van alle diabetesgerelateerde complicaties in de metforminegroep (29,8 voorvallen per 1000 patiëntjaren) in vergelijking met dieet alleen (43,3 voorvallen per 1000 patiëntjaren), p=0,0023 en in vergelijking met de gecombineerde groepen met monotherapie met insuline of een sulfonylureumderivaat (40,1 voorvallen per 1000 patiëntjaren), p=0,0034.


Pour les pneumonies sévères, le nombre d’événements correspondant dans chacun des groupes était respectivement de 33,6/1000 patient-années, 35,5/1000 patientannées et 7,6/1000 patient-années alors que pour les pneumonies graves il était de 35,1/1000 patient-années dans le groupe FF/VI 184/22, de 42,9/1000 patient-années dans le groupe FF/VI 92/22, et de 12,1/1000 patient-années dans le groupe VI 22.

Voor ernstige pneumonie bedroeg het overeenkomende aantal gebeurtenissen per 1.000 patiëntenjaren respectievelijk 33,6, 35,5 en 7,6. Voor ernstige pneumonie bedroeg het overeenkomende aantal gebeurtenissen per 1.000 patiëntenjaren respectievelijk 35,1 voor FF/VI 184/22, 42,9 voor FF/VI 92/22 en 12,1 voor VI 22.


Année d’étude et orientation choisie par le patient Nombre d’années d’étude que le patient a dû recommencer Nombre d’années d’étude au cours desquelles le patient a dû effectuer des examens de passage Nombre de classes/années d’étude que le patient n’a pas suivies Nombre de jours complets et incomplets que le patient a manqués au cours des trois derniers mois d’école

Leerjaar en onderwijsrichting waarin de patiënt les volgt Aantal schooljaren dat de patiënt heeft moeten overdoen Aantal schooljaren waarin de patiënt herexamens heeft moeten afleggen Aantal klassen/leerjaren die de patiënt heeft overgeslagen Aantal volledige dagen en aantal onvolledige dagen dat de patiënt in de laatste drie schoolmaanden afwezig was van school


Hypertrophie des amygdales Cela a été rapporté chez 12 (16%) patients, en particulier pendant la première ou la deuxième année de traitement avec une croissance des amygdales moindre les années suivantes.

Tonsillaire hypertrofie Dit werd vastgesteld bij 12 (16%) personen, met name tijdens de eerste 1 tot 2 jaar behandeling, met minder tonsillaire groei tijdens de daaropvolgende jaren.


Dans une analyse groupée de deux études menées sur 1 an chez des patients atteints de BPCO ayant eu un épisode d’exacerbation de BPCO l'année précédente (n = 3255), le nombre de pneumonies était de 97,9/1000 patient-années dans le groupe FF/VI 184/22, de 85,7/1000 patient-années dans le groupe FF/VI 92/22 et de 42,3/1000 patient-années dans le groupe VI 22.

In een geïntegreerde analyse van de twee één jaar durende replicatieonderzoeken bij COPD met een exacerbatie in het voorgaande jaar (n = 3.255), was het aantal pneumoniemeldingen per 1.000 patiëntenjaren 97,9 in de groep met FF/VI 184/22, 85,7 in de groep met FF/VI 92/22 en 42,3 in de groep met VI 22.




Anderen hebben gezocht naar : névrose traumatique     névrose cardiaque     syndrome de da costa     côlon irritable     diarrhée     dyspepsie     dysurie     flatulence     gastrique     hoquet     hyperventilation     mictions fréquentes     spasme du pylore     années-patients par rapport     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

années-patients par rapport ->

Date index: 2024-07-03
w