Inhibiteurs de la monoamine oxydase, à l'exception des inhibiteurs de la MAO-B (médicaments destinés au traitement de la dépression et des humeurs anormalement mélancoliques) Augmentation de l’effet hypotenseur du bêtabloquant, mais également risque de crise liée à l’hypertension.
Monoamineoxidaseremmers, met uitzondering van MAO-B-remmers (medicijnen voor de behandeling van abnormale neerslachtigheid/depressie) Verhoging van het bloeddrukverlagende effect van de bètablokker, maar ook het risico van een crisis door een hoge bloeddruk.