Les 10% restants contiennent des lipoprotéines (assurent le transport des lipides), de l’albumine (maintient le volume de fluide et l’hydratation de l’organisme), les protéines de coagulation (renforcent l’action des plaquettes), et les immunoglobulines (défendent l’organisme contre les agents infectieux).
Plasma is het vloeibare deel van het bloed, het bestaat voor 90 % uit water en zorgt voor het transport van alle elementen in het bloed.
De resterende 10 % bevat lipoproteïnen (zorgt voor het transport van vetten), albumine (behoudt het vloeistofvolume en hydrateert het organisme) , stollingsproteïnen (versterken de werking van bloedplaatjes ) en immunoglobulinen (verdedigt het lichaam tegen mogelijke ziekteverwekkers).