Chez les patients à haut risque d’hypotension symptomatique, du fait, par exemple, d'une déplétion en sels avec ou sans hyponatrémie, d'une hypovolémie ou d'une thérapie diurétique énergique, il convient d’essayer de corriger ces pathologies avant de commencer le traitement par Lisinopril-ratiopharm.
Patiënten met een hoog risico van symptomatische hypotensie bv. patiënten met zoutdepletie met of zonder hyponatriëmie, patiënten met hypovolemie of patiënten die een krachtige diuretische therapie hebben ondergaan, dienen zo mogelijk te worden gecorrigeerd voordat de therapie met Lisinopril-ratiopharm wordt ingezet.