Sur la base de l’examen oculaire de routine, de la biomicroscopie binoculaire du segment antérieur (examen à la lampe à fente), il est possible de constater d’éventuelles anomalies de la cornée avant l’opération et si aucune anomalie n’a été constatée, le comptage des cellules endothéliales n’est pas nécessaire pour une opération de la cataracte.
Op basis van het routine oogonderzoek, de binoculaire biomicroscopie van het voorste segment (= spleetlamponderzoek) kan preoperatief worden vastgesteld of er afwijkingen van de cornea zijn en is er bij afwezigheid van duidelijk abnormale bevindingen geen endotheelceltelling nodig om een cataractoperatie uit te voeren.