Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "avec un risque thromboembolique faible " (Frans → Nederlands) :

- prévention primaire des thromboembolies veineuses: 220 mg p.j. en 1 prise - prévention thromboembolique dans la fibrillation auriculaire: 300 mg p.j. en 2 prises; 220 mg p.j. en 2 prises chez les personnes > 80 ans, ou avec un risque hémorragique élevé et un risque thromboembolique faible

- primaire preventie van veneuze trombo-embolische events: 220 mg p.d. in 1 dosis - trombo-embolische preventie bij voorkamerfibrillatie: 300 mg p.d. in 2 doses; 220 mg p.d. in 2 doses bij patiënten > 80 jaar en bij patiënten met hoog bloedingsrisico en laag trombo-embolisch risico


- Chez les patients avec un risque thromboembolique faible (c.-à-d. âge < 65 ans sans facteurs de risque thrombo-embolique supplémentaires), le risque d’hémorragie sous

- Bij patiënten met een laag trombo-embolisch risico (d.w.z. leeftijd < 65 jaar zonder bijkomende risicofactoren voor tromboembolie), is het risico van bloedingen met


Risque de thrombose veineuse profonde en cas de vol prolongé Plusieurs études épidémiologiques et économique ou de consommer des boissons alcoolisées augmentent davantage le méta-analyses ont révélé un risque accru de thrombose veineuse profonde (TVP) risque de TVP. Chez les patients présentant en cas de vol prolongé (> 8 heures ou d’autres facteurs de risque de TVP, le port > 5000 km), en particulier chez les patients présentant d’autres facteurs de genoux est certainement à recommander. de bas de compression adaptés jusqu’aux risque thromboembolique tels que des Des donné ...[+++]

Risico van diepe veneuze trombose bij langdurige reizen Meerdere epidemiologische studies en metaanalyses tonen een verhoogd risico van diepe DVT is het dragen van elastische steunkousen Bij patiënten met andere risicofactoren van veneuze trombose (DVT) bij langdurige vliegtuigreizen (> 8 uur of > 5000 km), zeker bij Beperkte gegevens suggereren dat profylac- tot aan de knieën zeker aanbevolen. patiënten met andere risicofactoren voor trombo-embolie zoals antecedenten van veneuze van een heparine met laag moleculair getische toediening van een eenmalige dosis trombo-embolie ...[+++]


Lors d’interventions avec un risque élevé d’hémorragie, chez des patients avec un faible risque thromboembolique, les anticoagulants oraux peuvent être poursuivis mais à moindre dose; chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé, les anticoagulants oraux doivent être arrêtés et remplacés temporairement par l’héparine.

Bij ingrepen met hoog bloedingsrisico worden bij patiënten met gering risico van tromboembolie, de orale anticoagulantia verder gegeven, maar in lagere dosis; bij patiënten met hoog risico van trombo-embolie dienen ze tijdelijk vervangen te worden door heparine.


Il ressort des directives que l’administration prophylactique d’héparines de faible poids moléculaire (LMWH) n’est pas nécessaire lors d’une RTUP étant donné le faible risque de complications thromboemboliques ; les mesures non médicamenteuses suffisent.

Uit guidelines blijkt dat profylactisch toedienen van laagmoleculaire heparines (LMWH) niet nodig is bij TURP gezien het lage risico op trombo-embolische complicaties; niet-medicamenteuze maatregelen volstaan.


Les associations estroprogestatives contenant 50 μg d’éthinylestradiol (les contraceptifs dits de première génération) ont un risque plus élevé d’effets indésirables (surtout des effets indésirables cardio-vasculaires et des maladies thromboemboliques veineuses) que les associations estroprogestatives contenant de faibles doses d’estrogènes (< 50 μg d’éthinylestradiol), quel que soit le type de progestatif.

Oestroprogestagene associaties met 50 μg ethinylestradiol (de zogenaamde eerstegeneratie-anticonceptiva) hebben een groter risico van ongewenste effecten (vooral cardiovasculaire ongewenste effecten en veneuze trombo-embolische aandoeningen) dan de oestroprogestagene associaties met lage doses oestrogeen (< 50 μg ethinylestradiol), onafhankelijk van het type progestageen.


Il n’est pas prouvé que les associations contenant de l’estradiol au lieu d’éthinylestradiol soient associées à un plus faible risque cardio-vasculaire et thromboembolique.

Er werd nooit bewezen dat associaties die oestradiol bevatten in plaats van ethinyloestradiol, een lager cardiovasculair en trombo-embolisch risico zouden hebben.


Il existe par ailleurs peu de preuves indiquant que l’association cyprotérone + éthinylestradiol soit plus efficace dans l’acné réfractaire que les contraceptifs estroprogestatifs classiques; on peut donc plutôt opter dans ce cas-là pour un contraceptif estroprogrestatif à risque thromboembolique plus faible, tel qu’un contraceptif de deuxième génération contenant comme progestatif du lévonorgestrel.

Er is daarenboven weinig evidentie dat bij therapieresistente acne de associatie cyproteron + ethinylestadiol doeltreffender is dan de klassieke, oestroprogestagene anticonceptiva; er kan in dat geval dus eerder gekozen worden voor een oestroprogestageen anticonceptivum met lager risico van veneuze trombo-embolie, bijvoorbeeld een tweedegeneratie-anticonceptivum met als progestageen levonorgestrel.


Les experts recommandent l’anesthésie locale pour les raisons suivantes : détection plus rapide des complications générées au cours de l’opération (perforation) et moins de risques de complications hémorragiques, thromboemboliques et respiratoires.

Door experten wordt regionale anesthesie aanbevolen omwille van volgende voordelen: snellere detectie van complicaties tijdens de ingreep zoals perforatie en minder risico voor perioperatieve complicaties als hemorrhagieën, trombo-embolie en respiratorische complicaties.


Tableau 3 (votre pratique - Nr xxxxxxxx): Consultations en période prénatale chez les femmes enceintes à faible risque dans votre groupe de contact prénatal en 2005 (N=159 femmes à faible risque).

Consultaties in de prenatale periode bij laagrisico zwangeren uit uw prenatale contactgroep in 2005 (N=375 laagrisico zwangeren).


w