Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «ayant des diarrhées ou vomissements ou chez ceux ayant une hypertension sévère rénine-dépendante » (Français → Néerlandais) :

ayant une déplétion volumique, par exemple ceux traités par un diurétique, sous régime restrictif en sel, sous dialyse, ayant des diarrhées ou vomissements ou chez ceux ayant une hypertension sévère rénine-dépendante (voir rubriques 4.5 et 4.8).

ACE-remmers kunnen een bloeddrukdaling teweegbrengen. Symptomatische hypotensie komt zelden voor bij patiënten met ongecompliceerde hypertensie en zal eerder voorkomen bij patiënten met hypovolemie bijvoorbeeld ten gevolge van behandeling met diuretica, een zoutarme voeding, dialyse, diarree of braken, of bij patiënten met een ernstige renine-afhankelijke hypertensie (zie rubrieken 4.5 en 4.8).


L’hypotension symptomatique est rarement observée chez les patients hypertendus sans complication, mais se produit préférentiellement chez les patients ayant une déplétion volémique c’est à dire traités par un diurétique, sous régime restrictif en sel, sous dialyse, ayant des diarrhées ou vomissements, ou chez ceux ...[+++]

Symptomatische hypotensie komt zelden voor bij patiënten met ongecompliceerde hypertensie en zal eerder voorkomen bij patiënten met hypovolemie bijvoorbeeld ten gevolge van behandeling met diuretica, een zoutarme voeding, dialyse, diarree of braken, of bij patiënten met een ernstige renine-afhankelijke hypertensie (zie rubrieken 4.5 en 4.8).


L’hypotension symptomatique est rarement observée chez les patients hypertendus sans complication, mais se produit préférentiellement chez les patients ayant une déplétion volumique c’est à dire traités par un diurétique, sous régime restrictif en sel, sous dialyse, avec des diarrhées ou vomissements, ou chez ceux ...[+++]

Symptomatische hypotensie komt zelden voor bij patiënten met ongecompliceerde hypertensie en zal eerder voorkomen bij patiënten met hypovolemie bijvoorbeeld ten gevolge van behandeling met diuretica, een zoutarme voeding, dialyse, diarree of braken, of bij patiënten met een ernstige renineafhankelijke hypertensie (zie rubrieken 4.5 en 4.8).


Chez les patients souffrant d’hypertension et recevant du quinapril, l’hypotension est plus probable si le patient a eu une diminution de la volémie, par ex. par un traitement diurétique, un régime hyposodé, une dialyse, des diarrhées ou vomissements, ou s’il présente une hypertension sévère rénine-dépendante (voir rubrique 4.5).

Bij patiënten met hypertensie behandeld met quinapril, is hypotensie waarschijnlijker bij patiënten met water- en zoutdepletie, bijv. bij behandeling met een


Chez les patients souffrant d’hypertension et recevant du quinapril, l’hypotension est plus probable si le patient a eu une diminution de la volémie, par ex. par un traitement diurétique, un régime hyposodé, une dialyse, des diarrhées ou vomissements, ou s’il présente une hypertension sévère rénine-dépendante (voir rubriques 4.5 et 4.8).

Bij patiënten met hypertensie behandeld met quinapril, is hypotensie waarschijnlijker bij patiënten met water- en zoutdepletie, bijv. bij behandeling met een diureticum, een zoutarm dieet, dialyse, diarree of braken, of bij een ernstige renineafhankelijke hypertensie (zie rubrieken 4.5 en 4.8).


Chez les patients hypertendus traités par Lisinopril-ratiopharm, une hypotension a plus de chances de se produire si le patient présente une déplétion volémique, liée par exemple à une thérapie diurétique, une restriction de la consommation de sel, une dialyse, des diarrhées ou des vomissements ou encore en cas d’hypertension sévèrenine-dépendante (voir rubrique 4.5 et rubrique 4.8).

Bij hypertensiepatiënten op Lisinopril-ratiopharm is er meer kans op hypotensie als de patiënt volumedepletie vertoont bv. door een diuretische therapie, zoutbeperking in het dieet, dialyse, diarree of braken, of ernstige renineafhankelijke hypertensie heeft (zie rubriek 4.5 en rubriek 4.8).


Chez les patients hypertendus prenant du lisinopril, la survenue d’une hypotension est plus probable si le patient a subi une déplétion volumique, par exemple par un traitement diurétique, une restriction en sel dans l’alimentation, une dialyse, des diarrhées ou des vomissements, ou s’il présente une hypertension sévèrenine-dépendante (voir rubrique 4.5 et rubrique 4.8).

Bij hypertensiepatiënten op lisinopril is er meer kans op hypotensie als de patiënt volumedepletie vertoont bv. door een diuretische therapie, zoutbeperking in het dieet, dialyse, diarree of braken, of ernstige renineafhankelijke hypertensie heeft (zie rubriek 4.5 en rubriek 4.8).


w