Vertaling van "biscuits au beurre " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

purée de pomme de terre au beurre
aardappelpuree met boter

beurre tartinable
smeerbare boter

pop-corn au beurre
popcorn met boter

beurre de cacao
cacaoboter

glaçage au beurre
boterglazuur

ghee de beurre
ghee boter

génoise avec glaçage au beurre
biscuit met boterglazuur

beurre
boter

huile de beurre
boterolie

beurre de cacahuète
pindakaas

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

2 petits biscuits au beurre Emiettez 1 biscuit pour bébé en fine poussière dans un petit plat à gratin.
2 petits-beurres Verkruimel 1 babykoekje heel fijn in een ovenschaaltje.

2 petits biscuits au beurre Mixez les groseilles et le fromage blanc, puis passez la préparation à la passoire fine, ajoutez le miel.
2 kinderkoekjes Mix de aalbessen en kwark, zeef de bereiding en voeg de honing toe.

2 petits biscuits au beurre Versez le contenu de la coupelle pomme-passion dans un ramequin.
2 petits-beurres Giet de inhoud van het potje appel-passievrucht in een ovenschaaltje.

1 potimarron 100 g de parmesan 2 ?ufs 1 bouquet de sauge 50 g de beurre 100 à 150 g de farine Sel Poivre du moulin 50 g de biscuits « amaretti » aux amandes (ou autres biscuits aux amandes)
1 kastanjepompoen 100 g parmezaan 2 eieren 1 bosje salie 50 g boter 100 tot 150 g bloem zout peper van de molen 50 g amaretti met amandelen (of andere amandelkoekjes)

Les « mauvaises graisses » se retrouvent dans les aliments d’origine animale : beurre, fromages gras, charcuteries grasses (saucisson, salami, pâté, boudin, etc.), viandes grasses (mouton, agneau, viandes hachées, viandes panées, etc.), biscuits, snacks, plats préparés, etc.
De «slechte vetten» vind je in producten van dierlijke oorsprong: boter, vette kazen, vette fijne vleeswaren (worst, salami, paté, bloedworst, .), vet vlees (schaap, lam, gehakt, gepaneerd vlees, .), koekjes, snacks, bereide maaltijden, .

javanais biscuit léger aux amandes, rectangulaire, avec crème au beurre moka ou pralinée et recouvert de glaçage chocolaté 90 9.103
Nestlé La Laitière melkdessert met verse eieren, chocolade, pistache of vanille (glazen potje) 100 4 x 100 2.150

La première place est occupée par le groupe beurre/margarine càd les margarines essentiellement (19,8 % de l’ingestion de PUFA’s), suivi par la pâte à tartiner au chocolat (9,8 %), les snacks sucrés tels que les biscuits (9.4 %), le pain et autres (8,3 %), les sauces salées (6,8 %), la viande et les produits dérivés (6,6 %), la charcuterie (6,4 %), les frites/croquettes (4,4 %), les poissons et produits de la pêche (2,9 %) et la volaille (2,7 %).
Op één komt de groep boter/margarine dus voornamelijk margarine (19,8% van de PUFA- inname), gevolgd door chocopasta (9,8%), zoete snacks zoals koekjes (9,4%), brood en dergelijke (8,3%), zoute sauzen (6,8%), vlees en vleesproducten (6,6%), charcuterie (6,4%), frieten/kroketten (4,4%), vis en visserijproducten (2,9%) en gevogelte (2,7%).

Les préoccupations à propos de l’ingestion excessive d’AGS et de cholestérol et la volonté d’offrir des matières grasses techno-fonctionnelles susceptibles de remplacer le beurre de table ou culinaire (production de biscuits, viennoiseries, pâtisseries, etc) ont amené l’industrie agroalimentaire à utiliser des processus d’hydrogénation chimique d’huiles végétales pour leur donner une consistance plus solide et augmenter la période de conservation.
De bezorgdheid over de bovenmatige inname van VVZ en cholesterol en de wens om technisch functionele vetstoffen die smeer- of bakboter kunnen vervangen aan te bieden (bij de productie van koekjes, luxebroodjes, gebak, enz.), heeft de voedingsmiddelenindustrie ertoe aangezet plantaardige oliën aan chemische hydrogenatieprocessen te onderwerpen om deze vaster te maken en de bewaarduur ervan te verlengen.

2 biscuits type Petit Beurre + 2 tranches d'ananas + 1 grand bol de thé au lait.
2 Petit Beurre-koekjes + 2 schijven ananas + 1 grote kop thee met melk.

Cinq exemples représentatifs sont décrits : la production de produits semi-finis (masse de cacao, beurre de cacao et poudre de cacao), la production de chocolat, la production de pralines, la production de gommes et la production de biscuits.
Vijf representatieve voorbeelden worden beschreven: de productie van halffabrikaten (cacaomassa, cacaoboter en cacaopoeder), de productie van chocolade, de productie van pralines, de productie van gommen en de productie van koekjes.