Si le patient souffre d’une hypotension (même si c’est peu probable), il faut la contrôler en administrant une injection de bitartrate de L-noradrénaline ou de médicaments vasopresseurs (par ex. bitartrate de métaraminol).
Als de patiënt hypotensie vertoont (hoewel dit onwaarschijnlijk is), moet dit onder controle gehouden worden door L-noradrenaline bitartraat of vaatvernauwende geneesmiddelen (bijv. metaraminol bitartraat) in te spuiten.